De start van Mutoto

Het Mutotoverhaal begint in de zomer van 2003 als twee van onze leden, Jeroen en Rianne een jeugddroom vervullen. Ze trekken naar Lubumbashi in het kader van een project rond speelpleinwerking. Zo leren ze OMM kennen, een NGO die zich in Lubumbashi inzet voor de opvang en begeleiding van straatkinderen. Kinderen die dakloos zijn omdat ze thuis beschuldigd werden van hekserij en buiten gegooid werden. Anderen kinderen hadden zelf voor de straat gekozen omdat ze dachten (vaak terecht jammerlijk genoeg) er een betere overlevingskans te hebben dan thuis. Om te overleven stelen de straatkinderen of prostitueren ze zich. In het beste geval bedelen ze of voeren ze kleine werkjes uit in ruil voor wat geld. OMM probeert deze kinderen opnieuw een echte toekomst te geven. De NGO zorgt voor opvang van de straatkinderen en probeert hen te herenigen met hun gezin. Als dat niet mogelijk is, biedt men hen medische zorgen, onderwijs en beroepsvorming aan.


Terug in België vertellen Jeroen en Rianne over wat ze gezien hebben en ze besluiten dat ze hun steentje willen bijdragen om de werking van OMM te garanderen. Want voor wat OMM doet, is uiteraard geld nodig, veel geld. En zo werd Mutoto geboren.

Jaarlijks organiseert Mutoto verschillende evenementen. Voor een overzicht van al onze acties, klik hier.

Tijdens de zomermaanden trekken regelmatig enkele van de leden op eigen kosten naar Lubumbashi om er hoogstpersoonlijk het ingezamelde geld te overhandigen aan OMM.

Het motto van Mutoto is "drink een pint, het helpt een kind". Wat verwijst naar de twee belangrijkste basisprincipes van Mutoto: solidair zijn en plezier maken. Wij hebben ontdekt dat die twee perfect hand in hand kunnen gaan.




Onze lokale partners

 OMM


OMM staat voor de ‘Oeuvres Maman Marguerite’. OMM is een salesiaanse v.z.w. en is genoemd naar de moeder van Don Bosco, de oprichter van de congregatie van de salesianen. 

Toen begin jaren '90 het aantal straatkinderen in Lubumbashi sterk begon te stijgen, heroriënteerden de aanwezige salesianen van Don Bosco in eerste instantie verschillende bestaande werken naar de opvang van straatkinderen. Tegelijkertijd namen ook leden van de lekenorganisaties in de schoot van Don Bosco, kleinschalige initiatieven in familieverband. In 1994 werd besloten projecten in de schoot van Don Bosco t.v.v. de straatjeugd van zowel geestelijke als leken, onder te brengen in een overkoepelende v.z.w. OMM was geboren. 

De meer dan tien jaar ervaring heeft er voor gezorgd dat Oeuvres Maman Marguerite het straatkinderenprobleem vandaag met een duidelijke visie te lijf gaat. 

Alles begint bij de opvang van de kinderen in de straat. Een verkeerde uitwerking van die opvang leidt ertoe dat de kinderen in hun situatie gaan berusten. Kinderen moeten beseffen dat de straat geen plaats voor hen is om in te groeien. Daarom bedeelt OMM geen voedsel of kleding in de straat, maar zijn ze er wel aanwezig voor zij die de straat willen verlaten. Het initiatief, de motivatie moet van het kind zelf komen. De kinderen van straat plukken en hen in een opvanghuis onderbrengen is voor OMM echter geen ideale oplossing. Reïntegratie in de familie is waar OMM steeds naar streeft! De knelpunten in de ouder-kind-relatie worden opgespoord en ouders en kind zoveel mogelijk gesteund bij hun herenigingsproces. 

Lukt de hereniging niet meteen, dan kan het kind terecht in één van de veertien huizen van OMM. Daar investeert OMM veel energie in de vorming van de jongeren. Vorming blijkt inderdaad een cruciale factor in het reïntegratieproces te zijn. 

Verspreid over de stad heeft OMM 14 opvangtehuizen voor straatkinderen. Elk van die huizen heeft een eigen specificiteit. Centraal (zowel letterlijk als figuurlijk) in die hele huizenwerking staan Bakanja Ville en Bakanja Centre.


Bakanja Ville

Met Bakanja Ville wil OMM vooral aanwezig zijn in de straat. Die aanwezigheid zou er moeten toe leiden dat het kind het huis als referentiepunt gaat beschouwen waar het terecht kan met problemen of als het wil breken met zijn leven in de straat. De kinderen zetten hun leven op straat verder, maar Bakanja Ville reikt hen vrijblijvend enkele diensten aan.

Bakanja Ville biedt de kinderen de mogelijkheid uit de anonimiteit van de straat te treden. Medewerkers lijsten de namen van alle kinderen die het huis bezoeken. Zo krijgen we een zicht op wie effectief op straat leeft. Maar er is meer: door gesprek en spel bouwt het kind langzaam een vertrouwensrelatie op met de sociale assistenten, werkzaam in het centrum. Hier worden de fundamenten gelegd om de kinderen uiteindelijk opnieuw van de straat te halen.

OMM stelt in Bakanja Ville vuurtjes en kookgerei ter beschikking van de kinderen. Het eigenlijke voedsel daar moeten ze zelf voor zorgen. Wie gedurende de dag niets heeft kunnen verdienen of te pakken krijgen, eet die dag niet. Het huis wil immers doelbewust het leven in de straat niet vergemakkelijken. Dat is nu eenmaal het harde leven van de straat.

Een goede gezondheid vereist een degelijke hygiëne. Daarom bevinden zich op het terrein een aantal douches en wasbakken waar de kinderen zichzelf en hun kleren kunnen wassen. Eenmaal per week bedeelt OMM er zeep.

Bakanja Ville biedt de kinderen een veilige en beschutte slaapplaats aan. Het terrein wordt 's nachts afgesloten en bewaakt door een nachtwaker. In het huis is een grote ruimte voorzien als slaapzaal. Bedden of matrassen zijn er echter niet. Elkeen brengt een kartonnetje mee om op te slapen. Wie hier zelf niet voor zorgt ervaart opnieuw de 'harde' realiteit van de straat.

Bakanja Ville reikt de kinderen de mogelijkheid aan hun geld, kleding, voedsel of andere spullen in bewaring te geven in een magazijn. Tweemaal daags kunnen ze hun bezittingen opnieuw opvragen. Wie op straat leeft, heeft immers niet de mogelijkheid zijn schaarse bezittingen veilig weg te bergen en is dan genoodzaakt ze steeds mee te sleuren. 

Om de ellende toch voor even te doen vergeten, organiseren de begeleiders dagelijks (avond)activiteiten. Film, sport, spel en dans komen aan bod. Tweemaal per jaar is er ook een uitstap gepland. Feesten zoals Kerstmis, Pasen en de naamdag van Don Bosco, 31 januari, gaan uiteraard ook niet onopgemerkt voorbij.

Bakanja Ville beschikt over een beperkte huisapotheek en éénmaal per dag komt er een verpleger langs voor verzorging. De belangrijkste klachten die hier behandeld worden zijn verwondingen aan armen en benen, schurft, verkoudheden en brandwonden.


Bakanja Centre

Voor meer intense medische verzorging worden kinderen overgebracht naar Bakanja Centre, waar OMM beschikt over een ziekenboeg met 25 bedden. In een beperkt labo kunnen bloedtesten uitgevoerd worden om malaria, tyfus en wormen op te sporen. Operaties worden op kosten van OMM uitgevoerd in externe poliklinieken. De nabehandeling en verzorging gebeurt wel in Bakanja Centre.

Zondag is in Congo de enige wekelijkse rustdag. Op die dag zijn de winkels en de officiële markten gesloten en is het voor de straatkinderen moeilijk iets te verdienen om voedsel te kopen. Daarom zet OMM iedere zondag de poorten van Bakanja Centre open voor alle straatkinderen. Het is een dag dat de kinderen voor even de ellende van de straat kunnen vergeten.

De dag begint steevast met een partijtje voetbal op de nabijgelegen terreinen van de Cité des Jeunes. Rond 9u30 volgt een vrijblijvende misviering. Daarna wordt er zeep bedeeld en worden de kinderen aangemaand zichzelf en hun kleren te wassen. Vrijwilligers staan eveneens ter beschikking om gescheurde kleren in de mate van het mogelijke te herstellen. De haren worden geschoren ter bestrijding van ongedierte en schimmels. Rond 12u krijgen de kinderen een maaltijd aangeboden. De dag wordt afgesloten met film of spel, waarna de kinderen terugkeren naar hun verblijfplaatsen op de straat.